Ontmoet Historisch IJsselstein - 08. Marie Louise van Hessel-Kassel
Samenstelling, beeld en tekst: Jasper van Muijden, Marian Wessels, Marcel Berkien en Bart Rietveld
Als in 1702 de heer van IJsselstein, Koning-Stadhouder Willem III, overlijdt, krijgt in 1712 zijn achterneef 'Willem IV van Oranje, die dan nog maar 1 jaar is, IJsselstein in bezit. Bij zijn meerderjarigheid schenkt hij de baronie in 1732 aan zijn moeder Marie Louise van Hessen-Kassel (1688-1765), bijgenaamd 'Marijke Meu', die dan barones van IJsselstein wordt. Dit als dank omdat zij vanaf 1712 als regentes goed voor IJsselstein heeft gezorgd.
Tot 1702 was IJsselstein verworden tot boevenoord: corruptie en vriendjespolitiek vierden hoogtij. De baronie, onder aanvoering van een corrupte drost, liet tegen betaling veel criminele asielzoekers toe. Marie Louise maakt hierop IJsselstein een woonplaats van 'fatsoendelijke luijden'. Zij zorgt, met de aanstelling van een betrouwbare drost en schout, voor een stabiel stadsbestuur. Met de 'soevereiniteitsrechten' in de hand voert ze een beleid om gefortuneerde renteniers te lokken naar IJsselstein. Aan criminelen wordt geen asiel meer verleend. Zo vormt de tolerante Marijke Meu IJsselstein om tot belastingparadijs.
Deze 'Verlichting' leidt tot maatschappelijke en religieuze veranderingen, zoals de bouw van de nieuwe stenen korenmolen 'de Windotter', de oprichting van een tweetal scholen, de instelling van een premieregeling voor betere huisvesting; en de aanstelling van een stadsdokter en een stadsvroedvrouw. Verder wordt er een synagoge gebouwd, wordt de katholieke schuilkerk vergroot en vestigen de 'Hernhutters' (nu de 'broedergemeente' in Zeist) zich in IJsselstein. Vergeleken met de rest van de Republiek beleeft IJsselstein in de achttiende eeuw een periode van bloei, rust en welvaart.
Maar aan deze periode komt een einde. Net als in de Republiek vorm zich ook in IJsselstein een 'patriottische' beweging. Zo wordt, onder die invloed, in 1785 de stadsschutterij opnieuw opgericht en een patriottisch garnizoen in IJsselstein gelegerd. Dit komt onder bevel van de hier woonachtige gepensioneerde generaal-majoor Albert van Rijssel. Met de vorming van de Bataafse Republiek verliest de opvolger van Marijke Meu, stadhouder Willem V, in 1795, al zijn bezittingen, waaronder de baronie. Usselstein wordt genationaliseerd, waarmee een einde komt aan de soevereine positie en het milde belastingklimaat. De bijzondere status verdwijnt: IJsselstein wordt een gemeente als alle andere. Onze 'Gouden Eeuw' is voorbij.
Het verhaal wordt verteld in 29 plaatjes.