Ontmoet Historisch IJsselstein - 06. Reformatie en Opstand
Samenstelling, beeld en tekst: Jasper van Muijden, Marian Wessels, Marcel Berkien en Bart Rietveld
In 1577 (op 6 december, de feestdag van patroonheilige St. Nicolaas) wordt de Sint-Nicolaaskerk overgenomen door de hervormden. De IJsselsteinse katholieke parochie wordt omgezet in een hervormde gemeente van calvinistische signatuur. Nadat enkele jaren later de hervormde religie tot de officiƫle staatsreligie was doorgevoerd, waren de aanhangers van de 'oude' religie aangewezen op priesters van elders, totdat er vanaf 1634 in IJsselstein zelf weer geregelde rooms-katholieke zielzorg was. Tussen 1577 en 1634 wordt de mis opgedragen bij een rijke 'katholiek gebleven' IJsselsteiner. Dit huis aan de Havenstraat, in de buurt van de korenmolen, wordt in 1634 een zgn.'schuilkerk'.
De activiteiten van de katholieken worden door het stadsbestuur oogluikend, of tegen betaling van een boete, toegestaan. Dit tegen de zin van de protestantse kerkelijke gezagsdragers. Zo blijft de jaarlijkse bedevaart van 'Onze Lieve Vrouwe van Eiteren' in stand terwijl de plechtige processies zijn afgeschaft. Het is niet duidelijk in hoeverre politieke dan wel religieuze motieven doorslaggevend zijn geweest bij de hervormingsacties in het derde kwart van de zestiende eeuw in IJsselstein en omgeving.
De Hervorming valt samen met de opstand tegen de Spanjaarden (Tachtigjarige Oorlog, 1568-1648), die een reactie is op de onderdrukking van de hervormingsbeweging, maar ook de politieke bevrijding van de Noordelijke Nederlanden van het Spaanse regime (het uitroepen van de Republiek) als doel heeft. Nadat Willem van Oranje in 1558, door zijn huwelijk met Anna van Egmond, baron van IJsselstein is geworden (een titel die de Oranjes tot op heden nog steeds dragen), is hij in 1566 nog tegen de hervorming. In de jaren na 1570 steunt hij echter de aanhangers van de hervorming in hun strijd tegen de Spaanse koning.
Het verhaal wordt verteld in 12 plaatjes.